Elk jaar publiceert Centerdata halverwege december een groot aantal rapporten over de arbeidsmarkt in het onderwijs. Deze rapporten geven onder andere inzicht in de huidige en toekomstige personeelstekorten in het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). De rapporten worden met de kamerbrief Lerarenstrategie aan de Tweede Kamer aangeboden. Hieronder lichten we de belangrijkste resultaten van de tekortmetingen po en vo, en de arbeidsmarktramingen uit.

Personeelstekorten primair onderwijs

In het primair onderwijs bedraagt het tekort aan leraren in 2025 ongeveer 5.800 fte (6,3% van de werkgelegenheid). Dat is een daling ten opzichte van een jaar geleden (7.700 fte). De daling van het lerarentekort kan mogelijk deels samenhangen met het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), een extra financiering voor scholen om corona-achterstanden van leerlingen weg te werken. Het programma is beëindigd, maar scholen kunnen de middelen die zij hiervoor kregen nog besteden.

We zien in onderstaande figuur dat de lerarentekorten in het reguliere basisonderwijs zich tussen 2022 en 2023 steeds meer geconcentreerd hebben in en rond de vijf grote gemeenten (de G5: Almere, Amsterdam, ’s-Gravenhage, Rotterdam en Utrecht), met uitzondering van de gemeente Utrecht. We zien de gemeenten ’s-Gravenhage en Rotterdam, en de omliggende ge­bieden, over de tijd steeds roder worden. In 2024 zijn de tekorten in veel arbeidsmarktregio’s weer wat gedaald. De belang­rijkste uitzondering daarop wordt gevormd door arbeidsmarktregio Flevoland. Tussen 2024 en 2025 zijn de tekorten in de meeste arbeidsmarktregio’s weer gedaald en blijven tekorten met name aanwezig in vier van de G5-gemeenten: Almere, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Amsterdam.

1 oktober 2022 1 oktober 2023
1 oktober 2024 1 oktober 2025


Als we inzoomen op de G5 zien we dat de tekorten na een stijging in afgelopen jaren dit jaar in vier van de vijf G-gemeenten licht gedaald zijn, zie onderstaande figuur. In Rotterdam zijn de tekorten ongeveer gelijk gebleven.

Bij schoolleiding hebben we een tekort gemeten van ongeveer 450 fte (6,2% van de werkgelegenheid). Een jaar geleden bedroeg dit ongeveer 850 fte.

Personeelstekorten voortgezet onderwijs

In het vo is een lerarentekort gemeten van 3,5% (ongeveer 2.200 fte) van de werkgelegenheid. De lerarentekorten zijn, op enkele regio’s na, redelijk uniform over Nederland verdeeld, zoals te zien is in onderstaande figuur, en zijn aanzienlijk gedaald sinds 1 oktober 2024.

1 oktober 2023 1 oktober 2024
1 oktober 2025  
 


De omvang van de tekorten verschilt per onderwijstype. In het vmbo/havo/vwo gaat het om een tekort van 3,3%, bij de internationale schakelklassen 3,5% en met 5,6% zijn de tekorten in het praktijkonderwijs het grootst. In het vmbo/havo/vwo zien we daarnaast grotere tekorten in de tweedegraads sector (4,2%) dan in de eerstegraads sector (1,6%). Tekorten in het vmbo/havo/vwo verschillen per vak. De vakken met de grootste procentuele tekorten zijn Informatica (7,7%), Beroepsgerichte vakken vmbo (6,2%) en Techniek (5,4%). Gemeten in fte zijn de grootste tekorten te vinden bij Nederlands (ongeveer 300 fte), Wiskunde (ongeveer 200 fte) en Beroepsgerichte vakken vmbo (ongeveer 200 fte).

Personeelstekorten middelbaar beroepsonderwijs

In 2024 en 2025 zijn ook tekortmetingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) uitgevoerd. In die sector is in 2025 een tekort aan docenten gemeten van 3,9% van de werkgelegenheid. Daarmee wordt het landelijke tekort aan docenten geschat tussen 900 en 1.300 fte. Dit is vergelijkbaar met het tekort in 2024 (4,1% van de werkgelegenheid).

De tekorten zijn niet bij alle onderwijsteams even groot. 71% van de onderwijsteams ervaart géén tekort aan docen­ten. De overige 29% van de onderwijsteams ervaart in meer of mindere mate tekorten. Tekorten zijn groter bij regionale opleidingscentra (4,0%) dan bij beroepscolleges (2,8%). Net als in 2024 is het tekort bij het vak Nederlands het grootst (11,8% in 2025).

Arbeidsmarktramingen

De arbeidsmarktramingen presenteren een blik in de toekomst van de arbeidsmarkt in het onderwijs bij ongewijzigd beleid. De belangrijkste graadmeter bij de arbeidsmarktramingen betreft de voorspelling van de tekorten.

We verwachten dat de tekorten in het primair onderwijs na 2030 in alle arbeidsmarkt­regio’s toe­nemen. Daarbij houden de G5 naar verwachting de gehele ramingsperiode relatief de hoogste tekorten.

2025 2030 2035


Voor het voortgezet onderwijs verwachten we dat de tekorten vanaf 2025 in alle regio’s zullen toenemen, maar zich in de toekomst wel iets meer in het westen en zuiden van Nederland zullen concentreren. Wel verwachten we dat de lerarentekorten zich op termijn wat uniformer over het land zullen verdelen dan in 2025 het geval is.

2025 2030 2035


Inzoomend op de vakken binnen het voortgezet onderwijs kunnen we deze voor de komende jaren (bij ongewijzigd beleid) als volgt indelen:

  • Permanente tekortvakken: Nederlands, Duits, Frans, Informatica, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde en Klassieke Talen. Omdat Nederlands en Wiskunde grote vakken zijn, zijn de tekorten daar in absolute zin het grootst.
  • Vakken met een afnemend tekort: Engels, Biologie, Aardrijkskunde, Economie, Maatschappijleer en Gezondheidszorg en Welzijn.
  • Vakken met een (licht) toenemend tekort: Levensbeschouwing.
  • Vakken met permanent lage tekorten: Geschiedenis, CKV, Kunstvakken, Lichamelijke Opvoeding, Overige Vakken

Andere publicaties

De arbeidsmarktramingen gebruiken ook de resultaten van de Integrale Personeelstelling Onderwijs (IPTO) en de loopbaanmonitor die Centerdata in opdracht van het ministerie van OCW uitvoert. Voor de rapporten van deze onderzoeken verwijzen we naar mirrorpedia.nl/publicaties. De resultaten van de arbeidsmarktramingen voor het voortgezet onderwijs zijn in meer detail terug te vinden op planmirror.nl.