Wat doe je met een kapotte smartphone, wasmachine of televisie? Nog té vaak kiezen we ervoor om een nieuw model aan te schaffen – onder andere omdat veel producten simpelweg niet zijn ontworpen om gemakkelijk gerepareerd te worden.

Het weergeven van betrouwbare informatie over de repareerbaarheid van producten kan:

  1. consumenten helpen om bewuste keuzes te maken voor producten die (gemakkelijker) te repareren zijn;
  2. producenten aanzetten om de reparatie van producten gemakkelijker te maken.

In opdracht van de Europese Commissie onderzochten we hoe een effectief repareerbaarheidslabel moet worden vormgegeven. We onderzochten vragen zoals: welk icoon is het meest effectief? Hoeveel uitleg is noodzakelijk? Welke schaal (bijv. A-E of sterren, kleur of zwart-wit) werkt het beste? En op welke plek dient het label te worden getoond (bijvoorbeeld als onderdeel van het EU-energielabel of als afzonderlijk label)?

Onderzoeksaanpak

In een kwalitatief vooronderzoek zijn onder andere focusgroepen uitgevoerd met consumenten, om zo eerste inzichten te krijgen in veelbelovende opties voor een repareerbaarheidslabel.

Op basis van het vooronderzoek is vervolgens een grootschalig online experiment vormgegeven onder bijna 10.000 consumenten in zeven EU-landen. We onderzochten onder andere de invloed van verschillende labelvarianten op:

  • Productkeuzes: bevordert het label de (hypothetische) keuze voor producten die gemakkelijker te repareren zijn?
  • Aandacht: zien consumenten het label?
  • Begrip: begrijpen consumenten het label?
  • Het besluit om te repareren: zijn consumenten eerder geneigd om een kapot product te repareren wanneer het gemakkelijk te repareren is (in plaats van het te vervangen)?
Voorbeelden van labelvarianten die zijn getoetst.

Resultaten

Een product dat makkelijker te repareren is werd gemiddeld 28 procent vaker gekozen door consumenten wanneer er een repareerbaarheidslabel bij de producten werd weergegeven. Hierbij maakte het niet uit op welke wijze het label was vormgegeven. Wél werden bepaalde labelvarianten beter begrepen en eerder bekeken dan andere.

Consumenten waren niet eerder geneigd om een product te repareren (in plaats van vervangen) wanneer dit product een goede repareerbaarheidsscore (bijv. “A”) had. Mogelijk komt dit doordat consumenten zich sterker laten leiden door reparatiekosten dan door hoe makkelijk of moeilijk een product te repareren is.

Ten slotte had het geven van extra uitleg over het label had een (sterk) effect op productkeuzes, begrip, aandacht en het besluit om te repareren, wat suggereert dat informatiecampagnes zeer effectief zouden kunnen zijn wanneer een repareerbaarheidslabel wordt ingevoerd.

De resultaten worden gebruikt om vast te stellen of en op welke wijze informatie over repareerbaarheid van producten in de EU kan worden weergegeven.