Centerdata heeft in opdracht van het ministerie van OCW voor de tweede keer de actuele personeelstekorten in het primair onderwijs in heel Nederland gemeten. Het rapport met resultaten voor peildatum 1 oktober 2022 is recent aangeboden aan de Tweede Kamer. Uit de meting blijkt dat de tekorten aan leraren binnen de G5 (Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) behalve in Rotterdam wederom gestegen zijn. Rotterdam laat na een stijging van de tekorten sinds oktober 2020 voor het eerst een daling zien. De tekorten binnen de G5 blijven nog steeds hoger dan buiten de G5. Buiten de G5 zijn de tekorten aan leraren vergelijkbaar met de voorgaande meting (peildatum 1 oktober 2021), maar lijken die zich wel meer in het westen van het land te concentreren vergeleken met de voorgaande meting. De tekorten aan schoolleiding zijn binnen de G5 licht en buiten de G5 sterk toegenomen. Het combineren van de resultaten binnen en buiten de G5 geeft een landelijk tekort aan leraren van 9,5% (ongeveer 9.700 fte) en aan schoolleiding van 13,6% (ongeveer 1.100 fte). In de voorgaande meting bedroegen de tekorten 9,1% (9.100 fte) respectievelijk 12,9% (ook 1.100 fte).

Tweede landelijke meting

De personeelstekorten zijn wederom gemeten via een online vragenlijst. De aanpak was hetzelfde als in de eerste landelijke meting (peildatum 1 oktober 2021) en in de eerdere metingen die Centerdata binnen de G5 heeft uitgevoerd. De scholen hebben vanaf 3 oktober 2022 in totaal 5 weken gekregen om de vragenlijst in te vullen. Schoolbesturen en de G5-gemeenten hadden een grote rol in het proces om scholen te stimuleren de vragenlijst in te vullen. Na afloop van de dataverzameling hebben schoolbesturen een terugkoppeling gekregen met de data van de eigen scholen en totalen over de tekorten voor het schoolbestuur. Gemeenten in de G5 hebben ook de data van de vestigingen in hun gemeente gekregen, waarbij voor schoolleidingtekorten alleen (sub)totalen zijn opgeleverd. Dankzij uitgebreide voorbereidingen zijn de gegevens binnen anderhalve week verwerkt, geanalyseerd en opgenomen in een uitgebreid rapport. Het rapport is één van de bijlagen van de Trendrapportage die OCW jaarlijks in december aan de Tweede Kamer stuurt.

De respons in de G5 (ongeveer 85%) bleek zoals verwacht hoger dan buiten de G5 (46%). Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een deelnameverplichting binnen de G5, die niet bestaat buiten de G5. Onderzoeken zonder deelnameverplichting onder vergelijkbare doelgroepen laten doorgaans een respons van minder dan 25% zien. Ook buiten de G5 is dus sprake van een hoge respons.

Aanhoudend hoge tekorten in G5

Een belangrijk resultaat van de tekortmeting is dat de tekorten aan leraren basisonderwijs binnen de G5 wederom zijn toegenomen, een trend die zich voordoet vanaf oktober 2020, zie onderstaande figuur. Rotterdam vormt daarop een uitzondering met de eerste daling van de tekorten sinds oktober 2020. Niettemin blijven de tekorten aan leraren daar met ruim 11% ook hoog.

Spreiding van tekorten

Het gemiddelde tekort buiten de G5 is nagenoeg gelijk aan het tekort in de voorgaande meting (peildatum 1 oktober 2021). De tekorten lijken zich in de meest recente meting wel iets meer in het westen van Nederland voor te doen, zie onderstaande figuren.

1 oktober 2021

1 oktober 2022

 

We zien in bovenstaande figuren ook dat de tekorten in Den Haag, Amsterdam en Almere het hoogste zijn van Nederland, en dat omringende gebieden van deze steden ook te maken hebben met een stijging van de tekorten. In Utrecht zijn de tekorten het laagste van de G5 en Rotterdam laat in deze meting een lager, maar nog steeds aanzienlijk, tekort zien vergeleken met de omliggende regio.

Voor Nederland als geheel meten we een tekort van ongeveer 9,5% wat zich vertaalt naar een tekort aan leraren basisonderwijs van ongeveer 9.700 fte. Het landelijke tekort is daarmee licht toegenomen ten opzichte van de meting vorig jaar (9,1%, 9.100 fte).

Schoolleiding

De tekorten onder schoolleiding (directeuren en adjunct-directeuren) zijn buiten de G5 relatief hoger dan onder leraren. We vinden daar een tekortpercentage van 13,5% (tegen 8,3% onder leraren), dat ook zwak positief gecorreleerd is met het lerarentekort (hoe hoger het tekort aan schoolleiding, hoe hoger wellicht ook het tekort aan leraren, en vice versa). Binnen de G5 is het beeld wisselender en liggen de tekortpercentages onder leraren en schoolleiding dichter bij elkaar. Ook daar zijn tekorten aan leraren en tekorten aan schoolleiding zwak positief gecorreleerd. Het totale landelijk gemiddelde tekort aan schoolleiding bedraagt ongeveer 13,6% van de werkgelegenheid voor schoolleiding. Dit vertaalt zich in een tekort aan schoolleiding van ongeveer 1.100 fte. Bij de voorgaande meting (peildatum 1 oktober 2021) bedroeg het landelijke tekort aan schoolleiding 12,9%, wat zich ook vertaalde naar ongeveer 1.100 fte.