Opleiding speelt een grote rol als het gaat om thuis kunnen werken tijdens de coronacrisis. Hoger opgeleide werknemers werken meer thuis, terwijl lager opgeleiden over het algemeen minder uren werken of zelfs hun baan verliezen. Dat toont een studie aan onder ruim 5.500 Nederlanders, uitgevoerd door Tilburg University samen met de Universiteit van Bonn.

Dit is het eerste onderzoek dat laat zien hoe het werken op afstand eruitziet voor verschillende groepen werknemers in tijden van de pandemie. De economen die het onderzoek hebben uitgevoerd maakten gebruik van het LISS panel van CentERdata. Tussen 20 en 31 maart vulden 5.544 Nederlandse respondenten een online vragenlijst in over de veranderingen in werkpatronen vanwege de aangescherpte coronamaatregelen. Het responspercentage lag op 80%.

Hoger opgeleiden meer opties om thuis te werken

Zo’n 76% van de hoger opgeleide werknemers werkt sinds het begin van de crisis minstens twee uur per dag thuis terwijl dit voor slechts 31% van de laagopgeleiden geldt.

Ter vergelijking: werkten lager (bo/vmbo) en middelbaar opgeleiden (havo/vwo/mbo) voor de coronacrisis 8% van hun werktijd thuis, bij hoger opgeleiden was dat 15%. Tijdens de coronacrisis is het aantal uren dat thuis wordt gewerkt door hoger opgeleiden bijna verviervoudigd (+ 16 uur) en voor middelbaar opgeleiden verdrievoudigd (+ 6,5 uur). Voor lager opgeleiden is het aantal uren niet eens verdubbeld (+ 2,2 uur).

Figuur 1: Gewerkte uren op het werk en thuis, naar opleiding (Bron:  IZA (Institute of Labor Economics, Bonn))

Eenzelfde beeld is te zien in het lagere aantal uren dat wordt gewerkt. Het aantal gewerkte uren per week voor de crisis is voor lager opgeleiden het laagst (29,8 uur) en voor hoger opgeleiden het hoogst (34,9 uur). En tijdens de crisis werken lager opgeleiden veel minder (- 21%), gevolgd door middelbaar opgeleiden (- 13%), en hoger opgeleiden nog geen 10% minder.

Zorgen over druk op lager opgeleiden

Een verklaring voor de grote verschillen is dat lager opgeleiden vaker in beroepen werken waarbij thuiswerken niet mogelijk is. Denk aan de transportsector, detailhandel of catering. Hierdoor lopen zij meer risico om flink minder uren te werken of zelfs hun baan te verliezen. De onderzoekers uiten hun zorgen over deze groep, temeer omdat juist deze groep vaak minder spaargeld of andere middelen heeft om verlies van inkomen te compenseren.

Dan is er ook nog een groep middelbaar en lager opgeleiden die in vitale beroepen werkt, zoals in de zorg of in supermarkten. Zij hebben nu juist een grote werkzekerheid, maar lopen meer risico op besmetting.

Vind je dit onderwerp interessant?

Raadpleeg dan het wetenschappelijk artikel van onder andere Hans-Martin von Gaudecker: ‘Labour supply in the early stages of the CoViD-19 Pandemic: Empirical Evidence on hours, home office, and expectations’. Ook op de speciale website van het onderzoeksproject, CoViD Impact Lab, is meer informatie te vinden.