Een kwart van de Nederlanders stelde een bezoek aan de tandarts noodgedwongen uit vanwege corona. In de provincies Overijssel en Drenthe worden aanzienlijk minder tandheelkundige behandelingen uitgevoerd dan in Flevoland en Noord-Holland. En vooral oudere, lager opgeleide mannen gaan alleen bij pijn naar de tandarts.

Het zijn slechts enkele van de uitkomsten van een onderzoek naar de mondzorg in Nederland dat we de afgelopen maanden uitvoerden in opdracht van het Capaciteitsorgaan. Met het onderzoek wil het Capaciteitsorgaan – dat de toekomstig benodigde capaciteit aan zorgprofessionals in de zorg in kaart brengt – inzicht krijgen in het huidige en toekomstige gedrag van consumenten van mondzorg door tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten. Meer inzicht leidt tot betere ramingen van het (toekomstig) gebruik van tandheelkundige zorg en – in het verlengde daarvan – van de benodigde instroom in de tandheelkundige opleidingen.

Te duur

Gevraagd naar frequentie van het tandartsbezoek, aanvullende verzekering en de impact van corona blijkt verder inzoomend dat ruim de helft van de ondervraagden twee keer of vaker per jaar naar de tandarts gaat. Ongeveer een derde van hen is niet aanvullend verzekerd voor tandheelkundige zorg. Bijna de helft van de ondervraagden zonder aanvullende verzekering verwacht geen hoge kosten en is daarom niet aanvullend verzekerd. Drs. Boukje Cuelenaere, hoofd afdeling Survey Onderzoek: ‘Een derde vindt de verzekering te duur. Een veel gegeven open antwoord is dat de premie van een aanvullende verzekering niet in verhouding staat tot de vergoedingen. Belangrijk om te weten bij het opstellen van nieuw beleid.’

Verschillen

Verder doorvragend blijkt er daarnaast een verschil in het aantal tandartsbehandelingen tussen wel en niet aanvullend verzekerden. Mensen met een aanvullende verzekering ondergaan opvallend meer behandelingen dan niet aanvullend verzekerden. De verschillen zijn het grootst bij het plaatsen van een kroon en het ondergaan van een wortelkanaalbehandeling. Daarnaast zijn aanvullend verzekerden gemiddeld twee jaar ouder, vaker vrouw, over het algemeen lager opgeleid en gaan ze vaker naar de tandarts. Cuelenaere: ‘Opvallend is dat er geen significant verschil in inkomen tussen de groepen gevonden is. Geld lijkt hierin dus niet bepalend.’ Ze voegt eraan toe dat uit het representatieve onderzoek blijkt dat bijna driekwart van alle ondervraagden verder geen behandeling heeft uitgesteld vanwege COVID-19.

Onderzoek via ons LISS panel

Het onderzoek werd uitgevoerd in ons representatieve LISS panel. De deelnemers voelden we onder meer aan de tand over de frequentie waarmee ze naar de tandarts of mondhygiënist gaan (en waarom), hoe het gesteld is met hun mondgezondheid, en hoe ze bij hun huidige zorgverlener terecht zijn gekomen. Ook vroegen we welke factoren een rol spelen bij de keuze voor een specifieke zorgverlener.

Meer stedelijkheid = meer pijn

Het merendeel van de panelleden, 90 procent, geeft het eigen gebit een voldoende of hoger. Dat is een ander belangrijk resultaat uit het onderzoek naar zowel de vraag naar mondzorg als het werkproces ervan. Slechts een kleine groep beoordeelt het eigen gebit als matig of slecht. Deze groep is gemiddeld ouder, vaker man en vaker lager opgeleid. Daarnaast geeft meer dan 90 procent van de ondervraagden aan momenteel geen pijn of andere ongemakken te ervaren. ‘We zien daarbij dat het percentage respondenten met pijnklachten toeneemt naarmate ook de stedelijkheid toeneemt’, merkt Cuelenaere op over het onderzoek. ‘En mensen die in 2019 alleen bij pijn naar de tandarts gingen, gaan inmiddels iets vaker. Terwijl mensen die twee keer per jaar of vaker gingen, iets minder vaak gaan. Maar de totale hoeveelheid mensen die naar de tandarts gaat, is relatief gelijk gebleven’. Driekwart van de respondenten geeft verder aan over meer dan 20 eigen tanden of kiezen te beschikken. Een volwassen gebit heeft 28 tanden en kiezen, de verstandskiezen niet meegerekend.

Benieuwd naar de resultaten?

Het volledige onderzoeksrapport is hier te downloaden.