Als het coronavaccin er straks is: wie krijgt ‘m als eerste? Onderzoek van Tilburg University in samenwerking met CentERdata wijst uit dat de Nederlandse bevolking vooral onderscheid wil maken tussen mensen die zich wel of juist niet aan de coronamaatregelen houden. Ook het hebben van een gezond gewicht zou voorrang moeten geven tot een vaccin. Leeftijd en cruciale beroepen, factoren die vaak in de media terugkomen, blijken van ondergeschikt belang.

Een goed werkend vaccin tegen het coronavirus komt steeds dichterbij. In de eerste maanden zullen er echter te weinig vaccins beschikbaar zijn om iedereen te vaccineren. Terwijl het kabinet zich buigt over de vaccinatiestrategie deden Tilburgse sociologen onlangs onderzoek onder 1.461 respondenten (voorafgaand aan de bekendmaking van het Pfizer- en Moderna-vaccin).

LISS panel

CentERdata was verantwoordelijk voor de dataverzameling in het LISS panel. Het onderzoek is mogelijk gemaakt met een COVID-19 beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). 

De Tilburgse sociologen legden aan een representatieve groep onder de bevolking twee fictieve personen voor, die verschillen in leeftijd, gewicht (BMI), (voormalig) beroep en het opvolgen van de coronamaatregelen. De deelnemers konden aangeven wie van de fictieve personen voorrang verdient voor het verkrijgen van een vaccin.

Weinig verrassend is de bevinding dat het overtreden van de coronamaatregelen (door bijvoorbeeld op vakantie te gaan naar een risicogebied) wordt afgestraft: bijna twee derde vindt dat mensen die zich niet aan de maatregelen houden achteraan moeten sluiten voor een vaccin. Iets meer dan de helft van de respondenten vindt dat een gezond BMI meer recht geeft op een vaccin.

Jong geeft oud voorrang en vice versa

Twee veel bediscussieerde factoren – leeftijd en cruciale beroepen – doen er minder toe. Vooral de ‘actieve leeftijdsgroep’ wordt versneld een vaccin gegund, terwijl jongeren en ouderen minder voorrang wordt gegund.

Interessant is de bevinding dat jongeren vaak ouderen de voorrang willen geven, en oudere deelnemers eerder jongeren voorrang gunnen. De cruciale beroepen worden, ondanks dat zij nu voorrang krijgen in de teststraten, evenmin in pole-positie gezet: verplegers of onderwijzers wordt niet sneller een vaccin gegund dan een administratief medewerker of een werkloze.